Leeuwarden Jacobijnerkerk
Ongetwijfeld het belangrijkste interieurstuk van de Grote kerk is het orgel dat, sedert 1727, de gehele westwand van de kerk vult. Op 19 maart 1727 werd het nieuwe instrument in opdracht van het stadsbestuur gekeurd door enkele bekwame organisten. Zij brachten op 25 maart een zeer gunstig rapport uit waarna de roem van het orgel begon en dat tot op de huidige dag!
Het huidige orgel is gebouwd in de jaren 1724 – 1727 door een Amsterdamse orgelbouwer die afkomstig was uit de Harz in Duitsland, Christian Müller. Op 2 juni 1724 kreeg de organist van de Grote Kerk, Rynoldus Popma van Oevering, opdracht om in Holland ”sigh naukeurigh te informeeren, na de nieuwste soort en modellen van orgelen, en de beste meesters om te maken, mitsgaders de prijsen”.
Müller krijgt de opdracht
Popma van Oevering komt dan in Amsterdam in contact met Christian Müller die daar reeds een zekere faam genoot. Op 21 juli komt deze orgelbouwer dan naar Leeuwarden om met de commissie die het stadsbestuur had benoemd verder te onderhandelen. Müller had een tekening meegenomen en reeds op 28 juli werd het contract getekend. Het orgel zou bestaan uit 3 klavieren (toetsenborden) en een vrij pedaal voor de voeten. Het instrument zou over 37 registers beschikken .Müller moest ook het oude orgel repareren en overplaatsen naar de Westerkerk. Voor dit alles zou hij 9000 gld ontvangen.
Leeuwarden Jacobijnerkerk
Specificaties
Algemeen
- Müller, 1727
- 3 klavieren
- 38 registers